maandag 15 augustus 2011

Belangrijk berichtje!

Wanneer ik een reactie krijg op mijn blog, reageer ik bijna altijd. Helaas doet blogspot nu een beetje raar, waardoor ik niet meer met mijn Google-account kan reageren. Bij sommige mensen maakt dat niet uit, omdat ik dan alsnog met mijn naam en URL kan reageren, maar anderen hebben dit nog niet ingesteld. Daarom geef ik even kort aanwijzingen, dan kun je het aanpassen en dan kunnen mensen zonder een bepaald account ook reageren op je blog! (dit is overigens alleen voor de mensen met een blogspot)

1. Log in (mijn hemel, wat een logica weer).
2. Ga naar 'Instellingen'.
3. Wanneer je op 'Instellingen' hebt geklikt, verschijnen er recht daaronder een aantal opties. Klik op 'Reacties'.
4. Je moet hier de tweede vraag hebben: "Wie kan reacties achterlaten?" Klik hier 'Iedereen' aan.
5. Nu kan iedereen (dus ik ook!) reageren op je blog.

Ik zie vaak leuke blogs waar ik op wil reageren, maar dat kan niet door deze instelling. Ik hoop echt dat jullie het allemaal aanpassen!

zaterdag 13 augustus 2011

Het witte paard stinkt

Ik loop op straat terwijl ik druk bezig ben een sms'je te schrijven waarin ik een studiegenoot vertel over het college wat zij gemist heeft. Net wanneer ik het berichtje wil versturen, knal ik op tegen een persoon. De telefoon valt uit mijn handen, knalt op de grond en net wanneer ik de ongelukkige persoon wil uitschelden voor alles wat slecht en gemeen is in de wereld, zie ik dat hij zo ongeveer de knapste persoon is die ik ooit heb gezien. Hij, geschrokken van het ongelukje, biedt zijn excuses aan en reikt naar mijn telefoon, terwijl ik hetzelfde doe. Onze handen bereiken tegelijkertijd mijn mobieltje en raken elkaar aan. We delen een intense blik, onze gezichten komen dichterbij elkaar en dan...
Is de droom voorbij en kom ik terecht in het leed dat de realiteit heet. Ik ben namelijk single en zie in mijn nabije toekomst geen vlammende liefde aankomen. Daarnaast gebeuren dit soort 'romantische' dingen alleen in films en, niet te vergeten, in mijn fantasie. Ik gok namelijk dat, als ik door een mirakel toch iemand ontmoet, ik waarschijnlijk gewoon mijn warme chocolademelk over hem heen mors, iets tussen mijn tanden heb zitten en mijn eigen naam niet meer kan uitspreken van de zenuwen. Laten we eerlijk zijn: ik ben een onverbeterlijke kluns en ik kan niet functioneren rond mensen die ik leuk vind.
Tegelijkertijd ben ik blij dat ik niet in mijn fantasie leef. Ik hoef geen prins op het witte paard. Paarden stinken en ik zit niet te wachten op een jongen die denkt dat hij me moet redden. Ik doe het prima in mijn eentje en tot de tijd dat er iemand langskomt, ga ik er nog eens goed over dagdromen.

zondag 12 juni 2011

Opgeblazen pofgezicht

Een momentje van eerlijkheid: ik ben niet het type persoon dat beschouwd zou kunnen worden als 'sportief' of 'atletisch'. Ik zie mezelf eerder als een gemakssporter: ik sport wanneer ik er zin in heb, tijd voor heb, motivatie voor heb en wanneer er echt absoluut niks op televisie is. Helaas (of gelukkig) is dat niet vaak. Desondanks kan ik een aardig stukje hardlopen. Ik gok dat ik functioneer op geluk, want ook al sport ik niet veel, ik kan makkelijk de vijf kilometer aan. Dit geeft me altijd veel voldoening en plezier, maar er zit een nadeel aan.
Waarom, waarom is hardlopen zo ontzettend onaantrekkelijk? Ik voel me als de jonge god Hermes met schoenen waar vleugeltjes aan zitten, maar ik zie eruit alsof ik na een brakke nacht twintig kilometer na huis heb moeten strompelen. Mijn gezicht is één egaal rood vlak, mijn haren zitten plukje voor plukje met zweet vastgeplakt aan mijn hoofd en met de juiste loopstijl (handen niet opgetrokken, maar naar beneden, voeten afrollen enzovoorts) ziet het eruit alsof ik nodig naar de wc moet.
Ik snap het niet. Zien de sportende vrouwen in reclameadvertenties er niet altijd fantastisch uit, met hun pasgewaxte benen, stralende glimlach en golvende haren? Waar is hun opgeblazen pofgezicht? Wanneer struikelen zij eens over hun eigen voeten? Niks van dat. Ze zien eruit alsof ze naar het altaar rennen, hevig opgemaakt en met tanden zo wit, dat ze licht reflecteren.
Nee, ik zie er niet uit alsof hardlopen mijn lust en mijn leven is wanneer ik aan het sporten ben. Ik zie er niet uit alsof mijn huid een porieloze hemel is. Ik zie er simpelweg niet uit. Gek genoeg is dat niet een van de smoesjes die ik gebruik om niet te moeten hardlopen. Ik gebruik het wel als reden om op zondagochtend te gaan, wanneer niemand me ziet of herkent.

dinsdag 7 juni 2011

Goddelijk goedje

Natuurlijk is de Starbucks een soort paradijs in het grijze leventje dat we stuk voor stuk leiden. Natuurlijk is het de mekka voor de mokka-liefhebber. Natuurlijk proeft alles er alsof het regelrecht gemaakt is in de urinebuizen van de engelen.
Misschien overdrijf ik. De Starbucks is eigenlijk gewoon een koffiezaak. Toch is het veel en veel meer. Het is een lifestyle, een onderdeel van wie je bent (hoeveel paparazzifoto's van celebs met in de ene hand hun mobiel en in de andere een Starbucksproduct moeten we nog verdragen?). Het is het ultieme middel om uit te drukken: Ik ben ontzettend cool. Maar de Starbucks zorgt ook voor een groot kwaad.
Ik bestel steevast een ofwel een 'caramel hot chocolate' ofwel de 'hazelnut hot chocolate' (want je bent niet alleen cool wanneer je bij de Starbucks bestelt, je praat ook ineens Amerikaans Engels). De warme chocolademelk is een goddelijk goedje, maar hier is het probleem. Geen enkele andere chocolademelk is zo geweldig. Wanneer je de versie van Starbucks hebt geproeft, lijkt de rest meer op een beetje hondenpis gemengd met het okselzweet van de buurman. Elk chocolademelkmerk wordt vergeleken met de nummer 1 en niets kan eraan tippen. Kortom, het genietmoment waarop ik de eerste slok van een warme chocolademelk neem, is verdwenen, want ik weet dat ik nergens meer zo van kan genieten als van een caramel of hazelnut hot chocolate.
Dit lijkt het verhaal van een chocolademelkjunkie en ik weet dat ontkenning bij de verslaving hoort, maar ik ben echt niet verslaafd. Wanneer ik afreken voor het hemelse drankje merk ik ineens dat de Starbucks niet alleen heerlijke drankjes en voedsel aanbiedt. Het berooft me ook nog eens van mijn weinige geld. De Starbucks is een zakkenroller, maar hij geeft er afleiding voor terug. Ik kan het ze niet kwalijk nemen: goud is ook duur. Toch verhoudt het me ervan om elke dag er iets te halen en dat lijkt me belangrijk, want dan kan ik misschien de heerlijke smaak van de warme chocolademelk vergeten wanneer ik de goedkope versie ervan bestel in een café.

zondag 5 juni 2011

Bah.

Openbare ruimtes zijn op allerlei mogelijke manieren vervelend: het feit dat iedereen het kan zien wanneer je een iets te grote hap van je eten neemt en bijna stikt terwijl je iets probeert te zeggen tegen je vrienden, het feit dat er vrijwel altijd een stelletje recht voor je neus elkaars stembanden probeert te raken met hun tongen, het feit dat de kans groot is dat er geen internet is en je dus niet kunt doen alsof je niet vriendloos bent, maken dat openbare ruimtes verschrikkelijk zijn om je in te bewegen. Er is één deel van de openbare ruimte die het in het wel heel bont maakt wanneer het gaat om monsterlijkheid: het openbaar toilet.
Er zijn drie manieren om het openbaar toilet te benaderen:
1. Hurken. Dit is voor de atleten onder ons, want hurken op zich is niet zo lastig, maar wel wanneer je de taak van het urineren ook nog eens op je neemt. Je wilt namelijk wel dat alles ook echt in de pot terecht komt (al kun je zien dat je voorgangers zich niet aan die ongeschreven regel hebben gehouden).
2. Het versieren van de wc-pot met toiletpapier. Je drapeert de witte slierten sierlijk over de pot en kijkt tevreden naar je papiercollage. Vervolgens ga je erop zitten. Het nadeel is dat deze klus tijd kost en dat je je kunstwerk door de pot moet spoelen.
3. Hardcore met je blote billen op de wc-bril gaan zitten. Je bent stoer, onbevreesd hopelijk resistent tegen alle bacteriën die zich nu aan je kont hechten. Na de daad sta je op en merk je dat je benen nat zijn van een onbekende vloeistof. Bah.

Openbare toiletten zijn een nachtmerrie waar je gillend uit wegrent. Je wast snel je handen, maar niets kan dat walgelijke gevoel wegspoelen. Behalve een heerlijke douche en een pas schoongemaakte wc. Bij jou thuis en nergens anders.

zaterdag 21 mei 2011

Dat zeurderige, hoge piepgeluid

Ik lig in bed. Op mijn klok kan ik aflezen dat ik slechts vijf uur heb om in slaap te vallen voordat mijn wekker gaat. Ik voel de slaap langzaam opkomen. Mijn lichaam wordt slap, ik voel de dromen al opkomen, en dan: dat zeurderige, hoge piepgeluid waar ik moorneigingen van krijg. Ik krijg bezoek van een mug.
Nu bestaan er mensen die daarmee kunnen leven. Die mensen accepteren het feit dat ze de ochtend erna wakker worden met een stel roze bultjes die jeuken alsof er mieren in verstopt zitten. Die mensen sluiten hun ogen, leggen hun handen op hun oren en vallen in slaap. Ik niet.
Dit is wat ik doe: ik doe mijn licht aan. Dat zorgt voor ongeveer een minuut waarin ik er van overtuigd ben dat ik blind ben geworden. Vervolgens zet ik mijn bril op, want anders kan ik die rotmug niet vinden. Dan ga ik weer liggen. Ik strek mijn blote armen uit als een soort menselijk offer. En ik wacht. Ik wacht tot de mug denkt dat de kust veilig is en op mijn arm gaat zitten, waarna ik hem zal platdrukken tot de seriemoordenaar in mij weer tot rust is gekomen.
Gek genoeg lijkt het alleen altijd alsof de mug weet dat ik op hem lig te wachten. Hij blijft weg en houdt zich stil. Ik kijk inmiddels als een psychopaat om me heen, maar ik zie niks. Ik blijf een kwartier liggen en zie nog steeds geen teken van het monsterlijke insect. Dan zucht ik, doe ik mijn licht uit, mijn bril af en probeer ik weer te slapen. De mug keert weer terug. Ik zie op mijn klok dat ik nog maar drie en een half uur heb om uit te rusten.
De volgende ochtend word ik wakker met maar liefst zes muggenbulten, verspreid over mijn gezicht, hals en armen en het gevoel alsof ik al drie nachten niet geslapen heb. Ik stel me voor hoe de mug vanuit een donker hoekje me observeert en in zijn kleine insectenvuistje lacht. Dan vliegt hij weg en laat hij zijn slachtoffer achter.

dinsdag 17 mei 2011

Ze staren

Ik zit op mijn fiets en heb zo'n snelheid waarbij ik iedere tegenligger nog goed kan zien voor ik hem of haar voorbij ga. Ik kijk ze altijd aan en knik ze vriendelijk toe. Maar dat is vreemd. Ze staren me allemaal aan. Wat is er aan de hand?
Mijn eerste gedachte is altijd, gek genoeg, dat er een insect over mijn gezicht kruipt. Dat lijkt in mijn hersenkronkels de meest voor de hand liggende verklaring. Ik wrijf met mijn handen over mijn gezicht en door mijn haar, maar ik voel niets dat lijkt op een krioelend beestje.
Mijn tweede gedachte is dat ik na het poetsen van mijn tanden mijn mond niet goed heb gewassen en dat er nog tandpastaresten op mijn wangen zitten. Ik kan begrijpen dat zo'n witte vlek voor wat verwarring kan zorgen. Maar nee, nadat ik mijn gezicht heen en weer slingerend op mijn fiets schoon heb gemaakt, concludeer ik dat ook dat niet de reden is dat ze naar me staren.
Misschien ben ik ontzettend lelijk, denk ik dan. Misschien ben ik zo'n persoon waarbij er iets mis is in haar gezicht, maar waarvan mensen niet echt kunnen ontdekken wat er nou precies niet aan klopt. Het kan zijn dat ik al zo lang met mijn gezicht leef, dat ik daar helemaal geen weet van heb. Maar waarom hebben mijn ouders mij er niet op gewezen?
Zo pieker ik op weg naar college, de supermarkt of naar huis door over dit vraagstuk. Ik kom nooit op een antwoord, maar wel op een conclusie: wat kan het mij ook schelen. Ik fiets die mensen toch in drie seconden voorbij. Voortaan staar ik terug!

donderdag 12 mei 2011

Alsof de dijken zijn doorgebroken

Ik ben een huilebalk. Het kan niet anders gezegd worden. Ik huil ontzettend snel bij muziek, filmpjes op youtube, documentaires, televisieprogramma's, films, foto's enzovoorts. Het gebeurt bijna automatisch. Ik hoef maar een lied te horen over wederzijds respect en liefde en de tranen stromen oncontroleerbaar over mijn wangen. Alsof de dijken zijn doorgebroken.
Soms kan ik dit gejank beperken tot enkele tranen die, zonder te knipperen, uit mijn ogen rollen. Dit zijn de zogenaamde silent tears. Geen gesnik, geen gesnotter, gewoon een paar traantjes die over mijn wang lopen en er nog theatraal uit zien ook. Jammer genoeg lukt dit niet en word ik al een emotioneel wrak van een film over een hond die zijn baasje redt van een hartaanval of iets anders belachelijks. Wanneer ik de waterlanders voel aankomen, probeer ik ze zo lang mogelijk binnen te houden. Ik verberg alle emoties die ik heb en ik sluit ze op in een kooitje. Ik probeer met niemand te gaan praten, want ik weet dat dan de emotionele bom ontploft.
Uiteindelijk begin ik met een enkele silent tear, gevolgd door een snik, gevolgd door een uitvoerige huilsessie, compleet met opgezwollen ogen en een neus vol snot. De film of het lied is inmiddels al een half uur afgelopen wanneer ik mijn tranen droog. Huilen werkt heel goed als uitlaatklep. Ik kan wel zeggen dat ik door al het huilen juist vrolijk door het leven kan gaan. En wil ik eens goed uithuilen, dan luister ik wel naar de soundtrack van Titanic. Ja hoor, daar komt de brok in mijn keel al!

dinsdag 10 mei 2011

Wat is dit voor een zieke grap?

Er is een ramp gebeurd. Het huis is in rep en roer en we veranderen in wanhopige zombies. Hoe heeft dit ooit kunnen gebeuren? De tv doet het niet meer.
De eerste ontwenningsverschijnselen kwamen al snel. Eerst was er woede en ongeloof.
"De televisie doet het niet."
"Wat zeg je? Wat? Hoe...wat...waarom wij? Waarom wij nou? Wat is dit voor een zieke grap?"
Vervolgens kwamen we erachter hoe belangrijk de tv was. Het was namelijk niet zo dat we in plaats ervan even lekker een boekje gingen lezen, nee, hier was bijvoorbeeld mijn gedachtengang: Hmm, geen televisie. Wat kan ik dan doen vanavond? Oh, ik weet het al! Laat ik tv kijken! Jammer genoeg is dit niet verzonnen en niet overdreven, dit dacht ik echt.
Na drie dagen droogstaan blijft er alleen nog maar verdriet over. Elke dag praten ik en mijn huisgenoten over de programma's die we gemist hebben en bellen we met vrienden en familie om te vragen wat er gebeurd is in Grey's Anatomy. Af en toe zetten we een tv aan, in de hoop dat hij op een wonderlijke wijze weer werkt, maar elke keer moeten we hem teleurgesteld weer uitzetten.
Het leven is zwaar zonder televisie. Gelukkig bestaat er nog televisie op internet. Toch voel ik me zo een beetje een verrader, want op mijn tv begint al een klein laagje stof te vormen. Arme jongen.

zondag 8 mei 2011

HALLOI

Het opgroeien en wonen in een dorp heeft een aantal voordelen, bijvoorbeeld dat je daadwerkelijk vogeltjes kunt horen fluiten en dat je je niet door hordes mensen moet werken in het centrum (als je het al een centrum kunt noemen). Het heeft jammer genoeg ook nadelen. Een daarvan is de gewoonte om tegen iedereen gedag te zeggen. Je hoeft diegene niet eens te kennen. Soms is een vriendelijk knikje al genoeg, maar je hoort vooral veel 'hoi', 'hallo' en 'goedemorgen'. En daar gaat het bij mij fout.
Ik zie een vreemdeling naderen en bedenk me dat ik gedag moet zeggen. Maar wat is netjes? Hoi of hallo? Stel dat ik hallo zeg en de ander hoi, dan is het niet in evenwicht. Wat als de ander niks zegt en ik wel? Dat is raar en ongemakkelijk. Maar wat als de ander juist wel wat zeg en ik niet? Dan ben ik onbeleefd. Ik worstel met alle dilemma's in mijn hoofd en dan komt het moment suprême. De vreemdeling zegt vriendelijk 'goedemiddag' en ik produceer met een overslaande stem: "HALLOI!"
Jammer genoeg is dit niet één keertje gebeurd. Nee, dit gebeurt regelmatig. Ik kan niet kiezen tussen hoi en hallo en ik eindig met een mix ervan. Hetzelfde geldt voor doei en doeg, waar ik uiteindelijk het woord 'doeig' van maak. Ik maak het altijd compleet met een stemgeluid dat klinkt alsof ik het gestolen heb van Screech van Saved By The Bell, wat het schaamtegehalte nog net dat ene stukje opschroeft.
Het is duidelijk. Ik kan het mezelf en mijn tegemoetkomers niet aandoen dat ze mijn bizarre woordcreaties aan moeten horen. Ik hou het voortaan bij het vriendelijke knikje.

dinsdag 3 mei 2011

De aso-ik

Ik liep vanmiddag door de stationhal van Utrecht Centraal, toen ik een politie-agent zag praten met een jongen. De jongen was van de categorie 'aso'. Hij had de baard nog niet in de keel, maar hij protesteerde luid tegen de agent terwijl zijn matje vrolijk heen en weer zwiepte. Het zette me aan het denken, niet alleen over de vraag hoe het kon dat er nog mensen bestonden met een matje, maar ook over mezelf. Hoe aso ben ik eigenlijk? Wat is de aso-ik?
Ik kon nergens op komen. Ik hou me (gewoonlijk) aan de verkeersregels, ik hou de deur open voor andere mensen, zeg nog 'u' tegen oudere mensen en ik telefoneer nooit in de stiltecoupé. Ik ben helemaal niet aso. Eerst was ik blij met deze conclusie. Ik ben een net mens, die 'alstublieft' en 'dankuwel' zegt en die je nooit ziet wildplassen (dat laatste is misschien ook omdat ik veel te preuts daarvoor ben). Maar is het eigenlijk wel goed om altijd goed te zijn? Het lijkt me heerlijk om voor een dag aso te zijn. Ik zou wijdbeens met het openbaar vervoer reizen, hier en daar op de straat spugen en een grote bek geven tegen iedereen die me langer dan twee seconden aan zou kijken. Aso zijn is een bevrijding.
Jammer genoeg ben ik geen aso. Ik ben een nette burger. Ik zal later mijn belasting betalen en de deur openhouden tot mij nette leven tot een einde komt. Ik kijk nog een keer naar de asojongen die langs de agent naar zijn vrienden kijkt en ik zucht. Kon ik maar een beetje meer op hem lijken.

zaterdag 30 april 2011

Google humor

Ik kan me niet voorstellen dat de wereld ooit zonder Google heeft geleefd. Ik gebruik deze geweldige zoekmachine als antwoord op al mijn levensvragen, als dé manier om een zoektocht naar iets of iemand te beginnen en, ik zal niet liegen, af en toe als spellingscheck. Soms wens ik dat ik ICT'er was, want dan zou ik een baan kunnen krijgen in het kantoor van Google, dat er meer uitziet als een speeltuin dan een werkplaats. Wanneer er een baan vrij komt bij dit bedrijf, reageren er duizenden mensen.
Google heeft zelf ook wel door hoe cool het is. De zoekmachine heeft zelfs zijn eigen humor. Ga naar de site van Google en bekijk een aantal van deze voorbeelden:
- Tik in "the answer to life, the universe and everything". Google heeft zelfs daar een antwoord op. Om het nog leuker te maken, kun je ook zoeken naar "the answer to life, the universe and everything plus the number of horns on a unicorn".
- Zoek eens bij afbeeldingen naar "241543903" en je vraagt je misschien af of de menselijkheid verdoemd is óf je realiseert je ineens hoe geweldig de mensheid eigenlijk is.
- Fans van Harry Potter kennen deze misschien al, maar als je "Sexy Snape" intikt en dan klikt op "Ik doe een gok", dan krijg je een grappige verassing.
Weet jij nog leuke grappen die Google uithaalt?

dinsdag 26 april 2011

Het lijkt hier wel een begrafenis

Ik weet niet of dit een heel lugubere gedachte is, aangezien het niet een onderwerp is waar je het over hebt terwijl je op een terrasje je Ice Tea uit een gekleurd rietje drinkt, maar ik denk wel eens aan de dood. Dan komt niet alleen de gedachte 'wat is er na de dood' in me op, maar ik beeld me dan ook in hoe ik wil dat mijn begrafenis eruit gaat zien. Welke muziek moet er gedraaid worden? Hoe ziet mijn kist eruit? Wat wil ik op mijn grafsteen? Voordat je in een dipje komt van dit verhaal, moet je weten dat ik het niet zie zitten om een stel huilende mensen bij mijn graf te hebben staan. Ik wil een beetje humor, ik wil dat de mensen na mijn begrafenis ergens wat gaan drinken en beschamende anekdotes over me uitwisselen. Ik wil naast de standaard vrolijke foto's ook een ontzettend lelijke foto van mezelf vertonen, waarbij mensen hun tranen moeten wegvegen. Niet van het huilen, maar van het lachen.
Ik zou het niet aankunnen om vanuit het hiernamaals op mijn vrienden en familie neer te kijken en te zien hoe verdrietig ze zijn om mijn dood. Ik wil dat ze zich herinneren wat voor vreemde opmerkingen ik maakte, hoe vaak ik over mijn voeten struikelde en op welke momenten ze begonnen te twijfelen aan mijn intelligentie/menselijkheid/geestelijke gesteldheid.
Het schijnt dat je van het denken aan de dood juist vrolijker wordt, omdat je hersenen je proberen op te peppen van de negatieve gedachtes. Ik zou er niet vaker van aan de dood denken, maar het blijft interessant. Blijkbaar wil je brein er niet aan dat het op een keer afgelopen is. Toch lijkt het me belangrijk er een keer over na te denken.
Denk jij wel eens na over je dood?

vrijdag 22 april 2011

Een klein kind

Het is drie uur 's nachts. Ik slaap. Nee, wacht, ik sliep. Ik sliep eerst, maar nu word ik wakker. Waarom, vraag ik me af. Waarom moet ik nu weer wakker worden? Heeft mijn slaapritme enig idee wat voor een geweldige droom ik had? Ik probeer altijd eerst even mijn ogen stevig dicht te knijpen, maar het lijkt nooit te helpen. Dan weet ik al waarom ik wakker ben. Ik moet plassen.
Ik heb gehoord dat er mensen bestaan die gewoon weer in slaap kunnen vallen als ze moeten plassen. Het zijn wonderlijke wezens, die dat voor elkaar kunnen krijgen. Jammer genoeg ben ik niet een van die mensen. Bij mij eist mijn blaas alle aandacht op. Het wekt me uit mijn dromen en laat me niet meer gaan voor ik naar de wc ben geweest, maar ik ben eigenwijs. Ik blijf nog langer liggen.
Mijn blaas houdt niet van dit soort spelletjes. Dat merk ik, want na een uur proberen om in slaap te vallen, moet ik alleen maar nog meer plassen. Bovendien hoor ik allerlei rare geluiden, waardoor het al helemaal niet meer lukt omm de slaap te vatten. De stoel met kleding lijkt ineens verdacht veel op een moordenaar met een bochel en een lang mes en in de tijd dat ik uitvogel dat het nog steeds gewoon mijn stoel is, blijft mijn blaas zeuren als een klein kind dat een ijsje van zijn moeder wil.
Ik zucht, sta op, ga plassen en ga opgelucht weer in bed liggen, want nu kan ik eindelijk slapen. Tenminste, dat denk ik dan. Maar uiteindelijk blijkt dat ik zo lang wakker heb gelegen, dat ik de energie heb gekregen om een rondje te gaan hardlopen. Ik neem mezelf voor om nooit meer water of welk ander vloeistof dan ook te drinken. Ik droog liever uit dan dat ik 's nachts naar de wc moet gaan.

woensdag 20 april 2011

Liefdevol uitsmeren

Ik ben single, maar ik heb toch een grote liefde. Elke dag breng ik een ode aan deze schoonheid en bron van geluk. Ik heb het niet over een persoon. Ik heb het zelfs niet over een huisdier. Nee, ik heb het over chocopasta.
Het is geen gewone liefde, maar ik word er wel gelukkig van. Ik kan me weinig dagen herinneren waarop ik geen chocopasta liefdevol heb uitgesmeerd over een boterham, pannenkoek of ontbijtkoek. Ik kan gewoon niet zonder. De geur, de smaak, de zachte textuur, alles is zo perfect.
Mijn liefde is langzaam gegroeid. Het begon met een simpele vaste boterham, elke ochtend voor het ontbijt. Ik bedacht me dat ik niet alleen 's ochtends van deze lekkernij kon genieten, maar ook voor de lunch. Dat het ook op ander voedsel kon dan slechts boterhammen. En zo ging het verder, van gewoonte tot obsessie.
Ik weet wat je nu denkt: ze is gek geworden. Ze is de weg helemaal kwijt. Misschien wel, misschien ook niet. Wat maakt het ook uit? Ik word gelukkig van mijn geliefde chocopasta. En wat blijkt? Zo ongezond is het ook niet eens. Het bevat namelijk de stof lecithine, dat calcium, ijzer en proteïne bevat. Voor mij is het allemaal reden genoeg om chocopasta gratis te verstrekken, zodat niemand ooit zonder deze schat hoeft te leven.

zondag 17 april 2011

Ik ben geen slimme televisiekijker

Het is onvermijdelijk dat je op een dag, op een onbewaakt moment tijdens het kijken van televisie, wordt overvallen door een reclameblok. De slimme televisiekijker zapt weg tot deze afschuwelijke zes tot zeven minuten voorbij zijn, maar ik ben geen slimme televisiekijker. Als ik wegzap, bedenk ik me pas na een half uur dat ik nog een programma aan het kijken was en dan is het al lang weer afgelopen. Dat werkt niet en daarom ben ik gedoemd om reclames te kijken. Dit heeft een aantal gevolgen:
1. Ik heb een afschuwelijke hekel aan reclames en daarom barst ik af en toe uit in woede-aanvallen bij het zien ervan. Ik wou dat ik overdreef, maar het is echt zo. Ik kan ontzettend boos worden van die reclames waarin vrouwen van het type 'extra dun, sexy en huismoeder' een product aanprijzen met hun tandpastaglimlach. Maar er zijn wel meer erge reclames. Vrijwel allemaal krijgen ze een bijpassende sarcastische opmerking die ik afwissel met gezucht en boze blikken.
2. Omdat ik elke dag een bepaald aantal uur verspil met het kijken van reclames, ken ik ze vrijwel allemaal. Ik kan er zelfs een aantal helemaal naspelen. Dit heeft ertoe geleid dat ik meer dan gewoonlijk rare blikken toegeworpen krijg en dat mensen zich zorgen beginnen te maken over hoe veel tv ik kijk. Ook leidt het tot situaties als deze:
Ik: "... Dat was echt enorm grappig zeg, net als uit de reclame!"
Persoon: "Welke reclame?"
Ik: "Je weet wel, die reclame van dat ene bedrijf. Met die puppy."
Persoon: ???
Ik: ... "Zoveel tv kijk ik echt niet hoor."
Persoon, kijkt met rollende ogen weg: "Natuurlijk niet."
Toch zit er een positieve kant aan deze nachtmerrie. Ik weet als geen ander hoe lang zes minuten kunnen duren. Maar dat niet alleen. Er is bijna niemand die het meer kan waarderen wanneer een programma weer begint. En op dat moment besef ik me ineens dat ik nog naar de wc moest.

woensdag 13 april 2011

Onder mijn paraplu

Ik hield mijn paraplu laag om me af te schermen tegen de regen. De wind nestelde zich onder mijn jas en gaf me rillingen. Ik keek naar de plasjes water, waar mijn voeten hier en daar druppels lieten opspatten. In het water zag ik je weerspiegeling, rimpelend, alsof je vloeibaar en van papier was. Ik keek onder mijn paraplu door en ik hield mijn adem in bij het zien van je gezicht. Al die jaren hadden niets afgedaan aan mijn herinnering, je was precies zoals mijn geheugen me vertelde dat je was.
Je glimlachte. Ik zag verdriet. Ik kon het niet helpen, ik moest ook glimlachen, maar de regen versterkte mijn gevoelens. Tussen ons speelde elektriciteit gemene spelletjes die mijn hart sneller liet kloppen. Ik zei dat het lang geleden was en jij beaamde dat. Wat kon je anders?
De wolken gromden als een waarschuwing. Ik zei dat ik moest gaan, het was al laat en mijn sokken waren doorweekt. Je knikte begrijpend. Ik wist niet wat ik moest doen, dus ik liep weg. Ik draaide me nog om, ik wilde nog naar je zwaaien, maar je liep al verder, met je handen diep in je zakken en je hoofd naar beneden. Ik vroeg me af of ik me het allemaal het had voorgesteld, of je een voorstelling van mijn fantasie was. Ik riep je na, maar de wind nam mijn woorden mee. Het was beter zo.

maandag 11 april 2011

Muziek: Adele

Adele is zo'n beetje een legende aan het worden, en dat op 21-jarige leeftijd. Maar ze verdient het. Op dit moment staat ze met het nummer Set Fire To The Rain op nummer één en met Rolling In The Deep op nummer twee in de top veertig. Dit nummer, Take It All, is even mooi en wekt evenveel emoties op als de hits.

zaterdag 9 april 2011

Lief en schattig

Ik heb wel eens gehoord dat ik er lief en schattig uitzie. Lief en schattig. Ik kan het niet herkennen op de dagen dat mijn haren met clipjes op mijn hoofd zijn vastgepind, ik een trui aanheb van drie jaar geleden en mijn bril scheef op mijn neus staat, maar goed, met lief en schattig kan ik wel leven. Soms ben ik iets te lief. Ik kan namelijk ontzettend slecht voor mezelf opkomen. In mijn hoofd bedenk ik me dan hoe ik met een strenge pas op iemand afloop, ze recht in het gezicht aankijk en even goed vertel wat me dwarszit. Uiteindelijk komt het erop neer dat ik naar mijn voeten sta te kijken terwijl ik zoiets zeg als: "Ja, nou, kijk, ik vond het gewoon niet zo leuk dat je dronken werd en over me heen kotste. Ik ben niet boos op je ofzo hoor, echt niet, je moet niet denken dat ik boos op je ben, maar ja, die stank krijg ik nooit meer uit mijn lievelingsshirt. Niet dat je stinkt hoor, maar kots heeft nogal een duidelijke geur. Snap je? Ik ben niet boos."
Hierdoor krijgt de ander (het is overigens een compleet fictionele situatie, als iemand over me heen zou kotsen, zou ik denk ik gaan huilen en zelf overgeven) het idee dat het allemaal goed is. Ik wilde het natuurlijk niet zo zeggen, maar ik wil anderen geen pijn doen. En zo begrijpt de ander nooit wat ik bedoel.
Toch is er af en toe een doorbraak. Het is nog steeds niet zo dat ik iemand recht in zijn of haar gezicht kan vertellen dat het me heel erg irriteert dat hij of zij alleen maar praten over hun kat, maar soms komt het er beter uit dan ik had gehoopt. Dan voel ik me niet lief en schattig meer, maar Wonder Woman, redder van de wereld. Op naar de volgende keer!

Follow my blog with bloglovin

woensdag 6 april 2011

Beschamend en geweldig tegelijk

Laat ik het maar opbiechten. Het valt me erg zwaar om dit te moeten vertellen, maar.. ik kijk Oh Oh Tirol.
Natuurlijk, ik weet ook wel dat het gezamenlijke IQ van onze Haagse vrienden ongeveer neerkomt op dat van een ringstaartaapje, maar ik kan het niet helpen om elke donderdagavond voor de tv te gaan zitten om hun belevenissen in de sneeuw te volgen. Ik vraag me af wat Tijgertje nu weer doet voor een sigaret en met welke opmerking Matsoe Matsoe dit keer komt. Het is beschamend en geweldig tegelijk. De tijd vliegt voorbij, net als de flesjes Flügel.
Het is wel duidelijk dat ik geen levenslessen van deze mensen leren, maar dat hoeft ook niet. Ik leer mijn lessen wel in de boeken. Maar het gaat ook niet om diepgang of wijsheid. Het is gewoon entertainment. Het voelt alsof ik in de dierentuin sta te kijken naar het apenverblijf. De apen slingeren heen en weer, slaan elkaar, vallen soms van een autoband af, maar klimmen dan weer op. Ze proberen elkaars aandacht te trekken en maken me aan het lachen. Wie heeft er diepgang nodig, als je ook Oh Oh Tirol kan kijken?
Elke donderdagavond sluit ik de gordijnen en zorg ik ervoor dat niemand ziet dat ik volledig voldaan zit te kijken naar een programma dat zo slecht is, dat het fantastisch is. Zo leeghoofdig, dat het bevrijdend werkt. Even ontsnappen uit de conflicten, aardbevingen en rampen in de wereld. Nu even kijken naar hoe Barbie met haar neus in de sneeuw valt.

dinsdag 5 april 2011

Syndroom van teveel-luisteren-naar-maag

Vroeger, in de tijd dat ik in een utopie leefde, geloofde ik het niet wanneer mensen zeiden dat je nooit boodschappen moest doen met een lege maag. Ik knikte altijd ernstig, deed alsof ik het geloofde, maar stiekem lachte ik ze uit. Welke sukkel laat zich overhalen om dingen te kopen door een beetje honger?
Dat was vroeger. Nu eet ik eerst een grote maaltijd voor ik mijn tripje naar de Grote Albert neem. Ik kijk zo min mogelijk om me heen, want ik weet dat als ik ook maar een glimp opvang van iets dat lekker/vet/vol met suiker/vol met koolhydraten/kleurig verpakt is, ik verkocht ben. Ik weet niet hoe deze aandoening heet, maar ik noem het maar het syndroom van teveel-luisteren-naar-maag. Ik kan het niet helpen. Elke keer wanneer ik de winkel binnenloop en de heerlijke geur van brood en croissantjes mijn neusgaten binnendringt, word ik een soort jager-verzamelaar met maar één doel: vreten.
Zo komt het regelmatig voor dat ik naar de supermarkt ga met het lijstje GEZOND: fruit, groentes, bruine rijst, tofu, sojamelk, en terugkom met het lijstje SUIKERCOMA: chocola, ijs (het liefst stroopwafelijs, maar ik ben niet kieskeurig), koekjes, cake, je snapt mijn punt. Eenmaal thuis aangekomen kijk ik in mijn boodschappentas en probeer ik te begrijpen hoe dit allemaal heeft kunnen gebeuren. Ik kijk beschuldigend naar mijn maag, die alleen maar blij knort met deze nieuwe aanwinsten.

maandag 4 april 2011

Muziek: Ming's Pretty Heroes

Ming is de frontvrouw van de geweldige band Ming's Pretty Heroes. Je kunt wel merken dat ze een enorm muzikaal talent is, wanneer ze het nummer Move speelt.

maandag 28 maart 2011

Niks van aantrekken!

Ik doe mijn kledingkast open. Een ongetraind oog ziet misschien een lading kleding, een nog grotere lading schoenen (je kunt nooit te veel schoenen hebben) en een wasmand waar zelfs de vliegen angstvallig vandaan komen. Maar het ongetraind oog ziet het fout! Ik zie namelijk dit: helemaal niks. Ik heb niks om aan te trekken.
Het zou niet erg zijn als dit eens in de zoveel tijd zou gebeuren. Als dat het geval zou zijn, dan zou ik zelfs een voor-als-ik-niks-heb-om-aan-te-trekken-outfit aanschaffen, maar het is veel ernstiger. Ik heb dit bijna dagelijks. Want wat voor een dag is het nou eigenlijk? Op het nieuws zag ik allemaal vrolijke zonnetjes over het land verspreid, maar wanneer ik uit mijn raam kijk, zie ik een grote grijze wolk die alle blauwe lucht opslokt. En heb ik dit vest niet al heel vaak aangehad? Wat zullen de mensen wel van me denken? Ik zie ze elkaar al aanstoten en zeggen: "Zie je? Nu draagt ze dat vest alweer! Wat een sloeber".
En zo kies ik systematisch voor de verkeerde kleding. Ik vertrouw de donkere wolk buiten en trek een trui aan, maar na vijf minuten op de fiets gutst het zweet al van mijn voorhoofd af, om maar niet te spreken van de lucht die van mijn oksels wegdrijft. Op die momenten wens ik voor een nieuwe gardarobe en een stylist die me vertelt wat ik aan kan trekken en wat "zó vorig seizoen was". En voor een goede deodorant.

zaterdag 26 maart 2011

Toeristische trekpleisters van de hel

Ook al ben ik een klunzige sukkel wiens intelligentie haar regelmatig in de steek laat, ben ik toch gezegend met een aantal leuke eigenschappen. Ik heb bijvoorbeeld een waanzinnige fantasie. En dan bedoel ik niet alleen dat als iemand een zeer levendig verhaal vertelt over een man die zijn endeldarm uitpoept, ik een heel mooi plaatje in mijn hoofd kan vormen. Nee, ik kan mezelf ook uren vermaken met de meest waanzinnige hersenspinsels die mijn prachtige verbeelding voortbrengt. Niet zelden lig ik op een zeilboot te zonnen terwijl Johnny Depp een cocktail voor me bereidt.
De voordelen van mijn levendige fantasie zijn wel duidelijk, maar er zit ook een nadeel aan. Vooral 's nachts krijg ik last van deze duistere kant van mijn vermogen onrealistische filmpjes af te spelen in mijn hoofd. Dan zijn alle schaduwen moordenaars en elk geluid komt vast van een verkrachter. Ik verwacht elk moment een hand die van onder het bed mijn arm vastpakt en me meesleurt naar de toeristische trekpleisters van de hel. Op dat moment lig ik met de dekens over mijn hoofd en mijn ogen stijf dichtgeknepen en probeer ik met enige logica de enge beelden uit mijn hersenen te verdrijven, maar altijd wint de fantasie. Wanneer ik de volgende ochtend het licht door de gordijnen zie schijnen, bedenk ik me ineens hoe slecht mijn verbeelding zich weer heeft gedragen. Toch kan ik het niet laten dan weer vrolijk verder te gaan met fantaseren, want Johnny Depp kan toch niet zonder me?

vrijdag 25 maart 2011

Muziek: The Band Perry

Doe je ogen dicht, leun achterover en denk even nergens aan. Behalve dan aan dit prachtige nummer van The Band Perry, If I Die Young.